Levenmetdysartrie.be

Dysartrie, wat doet het met je omgeving?

Heeft iemand in je omgeving last van dysartrie, dan houdt dit in dat die persoon dan wel moeite kan hebben met spraak. Toch wil dit niet zeggen dat deze persoon niet meer weet wat hij of zij zegt. Een van de dingen die mensen met dysartrie tegenkomen is dat men ze vaak wil verbeteren of aanvullen.

Dit is eigenlijk hetzelfde wat er gebeurt wanneer iemand stottert. Juist wanneer de omgeving het nodig vindt om de woorden van de persoon die stottert aan te vullen of te verbeteren wekt dit bij die persoon juist frustratie op.

Hoe kan je omgeving je helpen om beter te communiceren?

Wanneer je omgeving weet dat je dysartrie hebt, kan het als patiënt zijnde lastig zijn om te communiceren. Dit is zeker het geval als mensen in je omgeving je iedere keer proberen te verbeteren of aanvullen.

Wanneer je als dysartrie patiënt met je omgeving wilt communiceren zijn er een paar punten om deze communicatie wat makkelijker te maken. Om te beginnen is het belangrijk om in een rustige omgeving te zijn zonder achtergrondlawaai.

Ga op een dusdanige manier zitten dat iedereen elkaar zowel goed kan zien als kan horen. Oogcontact is zeker bij dysartrie patiënten heel erg belangrijk. Door elkaars gezicht te zien kunnen mensen elkaar veel beter verstaan.

Daarnaast is het belangrijk dat er tijd voor de dysartrie patiënt wordt genomen. Geef de patiënt voldoende tijd om antwoord te geven en onderbreek hem of haar niet. Denk je dat je iets hebt begrepen, vraag dan om een bevestiging.

Versta je de patiënt toch niet goed, geef dit dan gewoon aan. Zorg ervoor dat de patiënt gebruik kan maken van hulpmiddelen zoals een tablet of pen en papier. Duurt het langer voor het gesprek op gang komt, overhaast dan niets en laat het even rusten.

Wat kun je doen als dysartrie patiënt?

Voer je als patiënt met dysartrie een gesprek, probeer dan om de boodschap op te schrijven in steekwoorden. Lukt dit niet goed genoeg maak dan een simpele tekening. Het kan ook helpen om aan te wijzen wat er bedoeld wordt, bijvoorbeeld een bepaald voorwerp.

Zorg ervoor dat de zinnen die je gebruikt niet te lang zijn. Probeer jezelf met gebaren duidelijk te maken. En ook belangrijk: Spreekt u door terwijl u bijna geen adem meer heeft, dan zal de spraakverstaanbaarheid dalen. Probeer daarom niet te lang in een adem door te spreken.